Tradecloud Shore Crane Loading Containers

Communicatie tussen ketenpartners neemt zienderogen toe. Webportals spelen daarin een steeds grotere rol. De snelle adoptie daarvan valt op, en toch ook weer niet. ERP, WMS en ook EDI zijn onvoldoende flexibel als IT-tool voor een goed zicht op de beschikbare data in de keten.

Daar waar een onderneming de meeste ‘pijn’ heeft, komen ook het snelst oplossingen naar voren. En het soepel uitwisselen van keteninformatie is een voorbeeld van een dergelijke pijn. Uiteraard bestaan er al decennia IT-systemen die in staat zijn tot het uitwisselen van data. Denk aan ERP-, WMS en TMS-systemen. Deze zijn bij veel ondernemingen in de logistiek, handel of productie in gebruik. De wijze waarop bedrijven de data uit deze systemen delen met ketenpartners is nog verre van gestandaardiseerd. Daarvoor zijn meerdere argumenten te geven en het heeft ook geleid tot wat de belangrijkste ontwikkeling is op dit moment binnen het delen van keteninformatie: portals. Volgens Martin Swaters van Supply Chain Platform-leverancier Incore is hiervoor een goede reden: “De manier van informatie uitwisselen via portals is moderner dan met EDI en meer gestructureerd dan via e-mail.” De wereld is sinds de omarming van het internet in een stroomversnelling geraakt. Producenten bevinden zich zelden op dezelfde plaats als waar een verkoop plaatsvindt. Ofwel, een artikel is bedacht en ontwikkeld in Europa, maar in Maleisië staat de fabriek. Waar deze fabriek het zich jaren geleden kon permitteren om eens per week de orders uit te lezen, is dat nu ondenkbaar.

“De klant accepteert dat niet meer omdat het de levertijd veel te lang maakt”, aldus Tonnis de Boer, CEO van TradeCloud, een portal leverancier die in- en verkoopprocessen inzichtelijk maakt. Het voorbeeld van Maleisië is nog relatief eenvoudig, De Boer krijgt regelmatig de vraag van klanten om steeds meer partners stroomop- en stroomafwaarts in de keten met elkaar te verbinden, met als doel om de inzichtelijkheid in de keten sterk te verbeteren.

Marges bepalen mate van ketentransparantie

Het uitwisselen van keteninformatie, zoals order-, planning en voortgangsgegevens, lijkt heel langzaam een wat volwassener fase te bereiken. En daarbij zijn er ook grote verschillen te merken tussen de ene sector en de andere. De Boer is van mening dat hoge marges hieraan debet zijn. “Hoe hoger je marge is als leverancier, des te minder ben je geneigd om te werken aan ketentransparantie. Maak je een superniche product met een hoge marge, dan kan dat ook. De vraag is wel hoelang nog…”

Een sector waarbij het delen van keteninformatie, onder druk van machtige retailers, al min of meer gebruikelijk is, is de retail. Zeker het uitwisselen van EDI-en DESADV-berichten is er bijna gemeengoed. Het stelt retailers in staat om relevante en gewenste informatie met een ERP uit te wisselen en het ERP zet deze data vervolgens door naar een WMS. Dit vaak gestandaardiseerde berichtenverkeer is ook in gebruik om voorraadstanden en afzetten met VMI-leveranciers te kunnen communiceren. Het bovenstaande voorbeeld is afkomstig van Pascal Kooren, manager fysieke distributie en voorraadplanning bij Detailresult. Op de vraag of deze retailer ook gebruik maakt van portals, is zijn antwoord bevestigend. En ook op de vraag waarom de onderneming ervoor kiest om nog veel data uit te wisselen via EDI en DESADV, heeft hij een plausibel antwoord: “Een EDI- koppeling garandeert een afgesproken en gestandaardiseerd berichtenverkeer.” Maar Kooren erkent wel de opkomst en de mogelijkheden van portals. “Een platform of portal biedt diverse partijen demogelijkheden om al zijn wensen te vervullen, maar je loopt ook het risico dat elke partij voor zich gaat definiëren hoe de portal dient te zijn ingericht. We zijn wel absoluut een voorstander van het verder optimaliseren.”

Veel wisselingen in communicatie tussen partners

Feitelijk gebruiken alle denkbare bedrijven al B2B portals. Wel zijn er verschillen tussen bijvoorbeeld retailers enerzijds en logistiek dienstverleners en producenten anderzijds. Retailers gebruiken webplatformen vooral voor de ondersteuning van kleinere leveranciers die daarmee hun berichtenverkeer kunnen automatiseren en aanpassen aan de wensen van de retailer. Swaters heeft een argument voor de groeiende populariteit onder LDV’ers: “Communicatie tussen ketenpartners is erg divers en wisselingen volgen elkaar snel op, dat verlaagt de drempel om met portals te werken. Die zijn voldoende flexibel in gebruik.” Voor producenten is een portal interessant omdat ze daarmee hun in-, verkoop- en productieprocessen efficienter kunnen maken. Volgens Swaters én De Boer geldt dat vooral voor producenten met een ketenregierol. Welke vlucht neemt de adoptie van portals onder logistiek dienstverleners? “Die behoefte groeit hard”, aldus Frank Erftemeijer van IT-leverancier Yellowstar Solutions. “Idealiter zou een LDV’er een generieke in- en uitgang moeten creëren waarmee hij zijn partners kan aansluiten op zijn procesinfo. Maar vaak komt er meer bij kijken. Op verzoek van klanten zal een LDV’er zich ook moeten connecteren met bijvoorbeeld een verladersplatform als Transwide of Transporeon en standaard platformen als die van Cargonaut en Portbase. Toch is het het beste om daar wel in te investeren.

Het bedrijf dat de meeste info kan koppelen of kan laten zien voorop te lopen, gaat er met de opdracht vandoor. Dat zien we bij onze klanten Ritra en Frankenbach.” Volgens de directeur van de leverancier is vooral in de logistieke sector de veranderende informatiebehoefte om processen beter te kunnen sturen heel erg arbeidsintensief. “Bedrijven zijn vaak gedwongen om hun eigen standaard te volgen, omdat organisaties als TLN, maar ook Dinalog, hier steken laten vallen.” Ondanks de snelle adoptie van portals loopt volgens Erftemeijer niet alles op rolletjes. Discussies gaan volgens hem nog te vaak over de ‘content’ van bijvoorbeeld statusberichten. “Iedereen zegt gegevens uit te kunnen wisselen, maar weinigen lukt het in de praktijk. Bij het aansluiten van twee processen is een mismatch zo gemaakt. Dit gebrek aan generieke tools is de basis van ons bestaan, met onze Enterprise Service Bus hebben we al heel wat klanten kunnen helpen. Daarmee verzamelen bedrijven nu data én kunnen ze partners toegang geven tot een deel van die info. En dat biedt voordelen, van het verkorten van de time-to-market tot het verkrijgen van bredere inzichten.”

Onzekerheidsreductie en kostenverlaging

De populariteit van portals is volgens Swaters ook het gevolg van een toenemende wens tot samenwerking. Die deed zijn intrede vanaf 2007. “Een goed partnership resulteert in meer betrouwbaarheid naar je klant toe en onzekerheidsreductie. Ook kan een goede communicatie de kosten in de keten verlagen. En portals maken de uitwisseling goedkoper dan bij EDI het geval was en is.” Gevraagd naar enkele sectoren die voorop lopen bij de uitwisseling van keteninformatie, zijn deze niet zomaar aan te geven. De retail wordt genoemd, de bouwsector zou ook in opkomst zijn. Wat Swaters wel durft te voorspellen is dat de stadsdistributieproblematiek de noodzaak om nog meer samen te werken zal versterken. Daarmee is De Boer het volledig eens: “Virtuele ketens zoals we die kennen van Amazon, waarin snelheid en beschikbaarheid centraal staan, komen ook naar de B2B wereld toe.” Swaters heeft tenslotte nog wel een kanttekening voor gebruikers van webplatformen. Hij benadrukt het belang van branchespecifieke functionaliteit binnen een portal. “Dat wil zeggen dat er proceskennis nodig is voor het maken en gebruiken van het juiste platform. Een ketenregisseur, of dat nu een retailer is of een forwarder, heeft hiervan het meeste voordeel.”

Bron: Ferdi den Bakker, Logistiek.nl